Jan Cossaar
1874 - 1966
(Jacobus Cornelis Wijnandus) Cossaar werd 18 augustus 1874 in Amsterdam geboren en overleed op 25 november 1966 in Den Haag. Zijn roepnaam werd Ko alhoewel hij vaak wordt betiteld als Jan Cossaar in de literatuur. Misschien wel
omdat hij zijn werk signeerde met J. Cossaar
Cossaar groeide op in Amsterdam. Op 11-jarige leeftijd wilde hij kunstschilder worden. Er was echter geen geld voor Ko om te studeren. Zijn vader deed hem in de leer bij een huisschilder. Professor H. Quack betaalde schoolgeld
en leermiddelen voor de Avond Teekenschool. Na de Teekenschool voor Kunstambachten ging hij naar Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam.
Hij volgde de opleiding voor Toneeldecoratie onder August Allebee en leerde Kees van Dongen kennen. Als 14-jarige schilderde hij de decors voor de Plantage Schouwburg en op 17-jarige leeftijd kreeg hij de leiding over het decoratelier. Rond 1900 vertoefde hij veel in Parijs en Londen en hernieuwde de kennismaking
met Kees en ook de beeldhouwer Jan van Dongen. In 1906 ontwierp hij in Amsterdam de Tableaux Vivants voor de Rembrandtfeesten, die samen met Marius Bauer werden
uitgevoerd.Hij trouwde met Maurina Moonen. Het paar vestigde zich in Rotterdam, waar hij een aantal gedenkwaardige havengezichten schilderde. In 1908 vertrokken ze naar
Londen samen met Jo, hun eerste dochter. De kleine kon echter niet tegen de Londense smog en het volgende jaar moesten ze terug naar Nederland. Hij schilderde de grote kerken van Europa van binnen en van buiten, waarbij zijn
kennis van het perspectief goed van pas kwam. Na de dood van zijn jongste dochter Sjaakje in 1929, werd hij rooms-katholiek. Als lid van de kunstenaarskringen Pulchri Studio en Arti et Amicitiae had hij vele tentoonstellingen. Aan het eind van zijn leven ging zijn gezichtsvermogen
achteruit. Twee van de vier dochters volgden een artistieke loopbaan. Van decorschilder ontwikkelde Cossaar zich naar allround kunstschilder. In Engeland, waar hij 8 jaar verbleef, schilderde hij in een impressionistische
stijl stadsgezichten en havengezichten in Londen en landschappen aan de kust van Yorkshire. Door een contract met de Londense kunsthandel Goupil, waarin deze de
beschikking kreeg over alles wat Cossaar schilderde, bevindt zich nog altijd veel van zijn vroege werk in musea en particuliere collecties in Engeland.
Cossaar is in Nederland vooral bekend geworden om zijn kerkinterieurs en exterieurs. Hij schilderde de grote kerken van Frankrijk, Italie en Engeland.
Hierbij kwam de kennis van het perspectief, die hij opdeed als decorschilder, goed van pas. Steevast zien we de mens klein in het indrukwekkende decor van de Gotische kathedralen.
Vanaf 1909 vestigt hij zich in Den Haag. In Den Haag woonde
hij destijds boven de bekende ververschingssalon van Krul in het Noordeinde. In zijn stadsgezichten valt het gedurfde gebruik van perspectief op: zie bijvoorbeeld het vlaggend Noordeinde in Den Haag vanuit zijn atelierraam op een
schilderij van 2 m². De twintiger en dertiger jaren was er een periode van meer mystiek werk. Engelen, verbeeldingen van mystieke ervaringen en bijbelse
voorstellingen waren vaak onderwerpen in deze periode. Cossaar schilderde ook veel familietaferelen en portretten. In de Grote Kerk in Den Haag is een
muurschildering te zien van Maria Boodschap.
Cossaar volgde verder zijn opleiding aan de Royal Academy te London. Hij ontving in 1901 en 1902 subsidie van het Willink van Collenfonds. Hij was lid van Pulchri Studio en de Haagsche Kunstkring in Den Haag en Arti et Amicitiae in
Amsterdam. Zijn werk bevind zich oa in het Drents museum in Assen , het Kelvin Art Gallery And Museum in Glasgow , het Rijksmuseum in Amsterdam en het Centraal Museum in Utrecht.
tekst: Wikipedia.